Samenwerking op bedrijventerreinen - BIZ bedrijventerrein Breda-Oost 3B-O

Samenwerking op bedrijventerreinen - BIZ bedrijventerrein Breda-Oost 3B-O

In de studie ‘Samenwerking op bedrijventerreinen’ ging de SERV op zoek naar inspirerende voorbeelden van duurzame samenwerking op bedrijventerreinen. Hier kan u een selectie uit het rapport lezen waarbij het BIZ bedrijventerrein Breda-Oost 3B-O in Nederland onder de loep genomen wordt.

Contactgegevens: 

Laura Martin, parkmanager
l.martin@platformbvbreda.nl

Samenwerking op bedrijventerreinen

Samenwerking op bedrijventerreinen

Duurzaam bedrijventerreinmanagement kent tal van voordelen, waaronder het ontzorgen van de bedrijven en het aantrekkelijk maken van het bedrijventerrein. Dit onderzoek van de SERV zoomt in op inspirerende voorbeelden in Vlaanderen en de BedrijvenInvesteringsZones in Nederland.

Opzet van het onderzoek

Het onderzoek Samenwerking op bedrijventerreinen gaat na hoe duurzaam bedrijventerreinmanagement in de praktijk kan werken en brengt inspirerende voorbeelden in kaart. De bevindingen steunen op een literatuurstudie, op 24 voorbereidende gesprekken met experten en op 32 diepte-interviews in zes casestudies.
De voorbereidende gesprekken zijn gevoerd met experten van het Agentschap Innoveren & Ondernemen, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen, de Vereniging voor Steden en Gemeenten, bedrijventerreinmanagers, gemeentebesturen en hun diensten economie, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor streekontwikkeling, de mobiliteitsraad, sociale partners, studiediensten en universiteiten.

De zes cases zijn:

  • Cargovil
  • De Prijkels,
  • Grensland Menen-Wervik,
  • Houthalen-Helchteren Centrum Zuid,
  • Transportzone Meer (Meer/Hazeldonk).

Als buitenlands voorbeeld wordt een Nederlandse case met een BedrijvenInvesteringsZone (BIZ) in kaart gebracht, Breda Oost B3.

Antwoorden op de onderzoeksvragen

De SERV zocht naar de factoren die zorgen voor een goede samenwerking op bedrijventerreinen, rond welke thema’s de bedrijventerreinvereniging werkt, wat voor korte- dan wel langetermijnwerking kan zorgen, welke vorm van organisatie en financiering best werkt, wat de overheid kan doen om het bedrijventerreinmanagement te ondersteunen en wat van belangenorganisaties verwacht wordt.

Wat zijn de triggers en hefbomen?

De belangrijke triggers voor bedrijven om samen te werken zijn concrete problemen van bedrijven waarbij ze denken dat samenwerking een antwoord kan bieden. Het gaat bijvoorbeeld over veiligheid of de toegankelijkheid van een bedrijventerrein. Andere activiteiten groeien daaruit voort. De belangrijkste hefbomen zijn de geïnspireerde trekkers op het terrein: bedrijventerreinvereniging, voorzitter, raad van bestuur, bedrijventerreinmanager.
Bedrijven moeten het nut van samenwerking inzien, initiatieven groeien best bottom-up en voldoende draagvlak is belangrijk.
Projectsubsidies helpen om bedrijven te overtuigen om in een samenwerking te stappen. De participatie van lokale overheden heeft een grote potentiële meerwaarde, gaande van aanwezigheid op netwerkevents tot (financiële) ondersteuning van operationele activiteiten op het bedrijventerrein. Netwerking is de voedingsbodem voor vertrouwen en engagement van de bedrijven. Bij nieuwe terreinen of reconversies worden de kopers van de gronden meer en meer van bij het begin betrokken, wat de kans op slagen groter maakt. Soms wordt hiervoor met een bedrijventerreinpaspoort gewerkt.

Wat zijn de drempels?

Tijdsgebrek – zeker voor kmo’s – en samenwerking die te ver staat van de corebusiness zijn de belangrijkste drempels. Veel samenwerkingsprojecten zijn complex en hebben soms een lange procedure om tot resultaten te komen. Vooral voor kmo’s is gebrek aan vertrouwen een belangrijke factor, gekoppeld aan de veelal schaarse (financiële) middelen. Kmo’s willen zekerheid over hun investering.
Welke factoren zijn van belang rond welke thema’s?
Welslagen of mislukking van een samenwerking hangt niet af van het thema maar is afhankelijk van de overeenstemming tussen de ‘zorgen’ van de bedrijven en de kracht van ‘ontzorgen’ van de activiteiten rond het thema. De selectie van een werkthema moet aansluiten bij de behoeften van bedrijven, er moet voldoende kennis over en ontzorg-potentieel van het thema zijn en voor complexe thema’s moet gezocht worden naar het juiste – veelal hoger - niveau van oplossing.
Industriële symbiose is een specifieke samenwerking tussen een (beperkt) aantal bedrijven op het bedrijventerrein en is vaak moeilijk te realiseren, maar er zijn enkele stimulerende of ondersteunende elementen. Op nieuwe bedrijventerreinen en op reconversieterreinen kan men (meestal de ontwikkelaar) van bij de start bewust zoeken naar complementaire activiteiten. Een sterke motivator is het ‘ons kent ons’-gevoel dat netwerken en netwerkevents kunnen realiseren.

Wat zorgt voor samenwerking op korte termijn, wat voor duurzame samenwerking op lange termijn?

Samenwerking op korte en op lange termijn zijn complementair. Acute problemen vragen een aanpak op korte termijn, denk aan zwerfvuil. Dit kan de basis zijn om projecten op langere termijn of structurele samenwerking op te zetten. Voor samenwerking op lange(re) termijn is vertrouwen tussen de bedrijven nodig, (kennis)netwerking en gedragenheid van de thema’s. Dit onderzoek brengt verschillende soorten van netwerken en netwerking naar voor: het Kennisnetwerk Bedrijventerreinmanagement, de kennis- en relatienetwerken van betrokken externe actoren en intermediaire organisaties die participeren in de bedrijventerreinverenigingen én de kennis- en relatienetwerken van de actieve leden van de raad van bestuur van bedrijventerreinverenigingen. Elk van deze netwerken kan bijdragen aan meer langdurige engagementen.

Welke financieringsmodellen en organisatiestructuren geven een duurzaam bedrijventerreinmanagement de meeste kansen?

Het financieringsmodel van bedrijventerreinmanagement bevat meestal verschillende bronnen om de activiteiten en projecten te bekostigen. Ledenbijdragen zijn een belangrijk deel, aangevuld met eventueel opbrengsten uit groepsaankopen, evenementen en subsidies van verschillende overheden. Vrijwillige bijdragen genieten de voorkeur als iedereen wil bijdragen. Verplichte bijdragen zijn in Vlaanderen uitzonderlijk en kunnen enkel wanneer ze vastgelegd zijn in het verkoops- of beheerscontract. Verplichte bijdragen kunnen enkel als de terugverdieneffecten duidelijk zijn. Subsidies van overheden zijn best vraaggericht maar mogen op sommige thema’s of doelstellingen ook sturend zijn. Eigen inkomsten kunnen enkel aanvullend zijn. Bedrijventerreinverenigingen kiezen meestal voor een juridisch statuut van vzw en bouwen een breed netwerk op vanuit de raad van bestuur en/of rond de bedrijventerreinmanager. Netwerking is de bakermat van alle samenwerking.

In welke mate beïnvloeden de diverse overheidsdiensten de samenwerking op de bedrijventerreinen en wat kunnen ze doen om duurzame samenwerking op bedrijventerreinen te ondersteunen?

Uit dit onderzoek blijkt waardering voor de ondersteuning door de overheden, aangevuld met enkele duidelijke vragen en verwachtingen:

  • afgebakende bevoegdheden voor overheden,
  • transparante regelgeving,
  • ondersteuning van bedrijventerreinmanagementstructuren,
  • informatie en sensibilisering,
  • structurele financiële ondersteuning,
  • subsidies.

Sommige aspecten zijn al gedeeltelijk gerealiseerd maar de meeste ervan staan nog in de kinderschoenen. Het onderzoek bespreekt ook een BIZ-bedrijventerrein in Nederland. In dit model heeft de lokale overheid een bijzondere rol.

Wat kunnen andere partners doen om duurzame samenwerking op bedrijventerreinen te ondersteunen?

Belangenorganisaties zijn vooral indirect aanwezig of steunend door belangenverdediging van bedrijventerreinen en het opzetten of ondersteunen van netwerking. Deze twee rollen worden zeer gewaardeerd en gevraagd door de betrokkenen op de bedrijventerreinen .

Contactgegevens: 

Gert Verdonck
linkedin.com

Dag van het Parkmanagement

Dag van het Parkmanagement

Bedrijventerreinmanagement, een veelbesproken thema in Vlaanderen maar wat daarbuiten? We gingen langs bij onze Noorderburen om een kijkje te nemen op de Dag van het Parkmanagement op 16 september, georganiseerd door Stichting CLOK. Het doel van Stichting CLOK is om de gemeente, besturen en managers van bedrijventerreinen of winkelcentra door kennis, vaardigheden en informatie te versterken en de samenwerking tussen deze partijen op een hoger professioneel niveau te brengen. Op de Dag van het Parkmanagement kwamen onderwerpen zoals gebiedsmarketing, mobiliteit en bereikbaarheid, veiligheid, duurzame energie, huisvestiging arbeidsmigranten en het creëren van een aantrekkelijke werkomgeving aan bod. Aan de hand van verschillende workshops konden we ons verdiepen in deze onderwerpen.
Parkmanager Mark Van Mast en Juriën Poulussen van stec groep vertelden ons tijdens hun workshop meer over de toekomstbestendige bedrijventerreinen. Er is een transitie nodig naar de ‘next economy’. Hier ligt de focus op circulaire economie, smart industry, robotisering, open innovatie en smart logistics. Aan de hand van de opmaak van een ‘Next Economy Effect Rapportage (NEER)’ gaat men de opportuniteiten na op bedrijventerreinen, in het beste geval in samenwerking met de gemeente. Waarop moeten bedrijventerreinen van de toekomst nu precies focussen? Zero-waste: uitwisseling van rest- en afvalstromen, CO2-neutraliteit, BIZ 2.0: optimale samenwerking, hittestressmaatregelen, regionale samenwerking, logistics-proof ontsluiting, digital gateway, open innovatie en innovatief ruimtegebruik.
De workshop rond waterstof werd georganiseerd door Bert Strijkers van EnergieCoöperatie Utrecht en Wim Peels van Twinning Energy. Ze toonden ons aan dat het de moeite loont om kleinschalig te beginnen als het gaat over waterstofauto’s –en tankstations. Bedrijventerreinen hebben de ideale schaalgrootte hiervoor. Waterstof is een emissieloze brandstof die veel voordelen biedt zoals de snelle oplaadtijd en een grote actieradius. Bedrijven die kiezen voor waterstofauto’s tonen hun engagement voor verduurzaming en het imago van het bedrijf wordt hierdoor enorm versterkt. In afwachting van de grotere infrastructuur voor waterstofauto’s waar ze momenteel volop op inzetten is er een mogelijkheid om op een bedrijventerrein nu al actie te ondernemen en hun eigen waterstoftankstation op te zetten.
Dit bewijst nogmaals dat bedrijventerreinen een grote rol kunnen spelen in de energietransitie. Ook bij de POM Oost-Vlaanderen zijn we hier volop mee bezig met Interreg Vlaanderen-Nederland projecten zoals DOEN en SEL. DOEN lanceert en test de ‘energiemakelaar’: een publieke makelaar die (rest)energie van bedrijven koppelt aan potentiële energieklanten. In het project Smart Energy Link optimaliseren ze het energieverbruik en de energieproductie op bedrijventerreinen.

Contactgegevens: 

Flore Dequecker
flore.dequeker@pomov.be